Het CIO is een observatielijst waarbij zes subschalen worden onderscheiden:1. Condities (CO) (21 items),2. Vormen (VM) (25 items),3. Functies (FN) (10 items),4. Communicatieve regels (CR) (16 items),5. Matchen en Benoemen (MB) (30 items),6....
Schooltoets voor het vaststellen van het niveau van de Friese leesvaardigheid van leerlingen eind groep 8. De items bestaan uit meerkeuzeopgaven met vier antwoordmogelijkheden die betrekking hebben op teksten. Hierbij zijn verschillende...
Test voor het meten van intellectuele capaciteiten en vaardigheden bestaande uit een Taaltest en acht subtests. Bij de keuze van de subtests is uitgegaan van een representatie van een breed spectrum van intelligentiefactoren, zoals verbaal,...
Vragenlijst bestaand uit 60 items gericht op sociaal-emotionele problematiek van leerlingen in de schoolsituatie. De items zijn verdeeld over drie factoren die elk twee subschalen bevatten:1. Inzet voor school:a. Houding tegenover huiswerk (14...
Begeleidingsinstrument bestaand uit een zelfbeoordelingslijst voor leerlingen vanaf eind groep 5. De leerlinglijst is gebaseerd op veel gebruikte lijsten in Nederland en daarbuiten en heeft 42 uitspraken. De leerling geeft op een vierpuntsschaal...
Begeleidingsinstrument bestaand uit een observatielijst voor de leerkracht. Uitgangspunt voor de leerkrachtlijst is de herziene LICOR-lijst 1996/1998 en een eerder ontwikkeld instrument van K. van Putten, 1987, aangevuld met enkele items. De...
De door de ouders/verzorgers in te vullen vragenlijst bestaat uit een competentiedeel met 20 vragen betreffende sport, hobbies, school e.d. die met ja/nee of op vierpuntsschalen beantwoord moeten worden, en een gedragsprobleemdeel met totaal 120...
De SIG-A is een voor jonge adolescenten bewerkte versie van de SIG. De vragenlijst heeft 47 items, waarbij voor elke situatie m.b.v. een vierpuntsschaal aangegeven moet worden hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men door eigen...
‘State’ vragenlijst met 50 items waarbij men bij elke situatie m.b.v. een vijfpuntsschaal moet aangeven hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men in die situatie verkeert door eigen toedoen. De vier subschalen zijn: NEG, het uiten van...
De evaluatieschaal bestaat uit zes kaarten met beschrijving en tekening van zes institutionele woonvoorzieningen: van klassiek paviljoen tot zelfstandig wonen. Patiënt moet deze kaarten naar voorkeur rangordenen. Deze volgorde wordt genoteerd...