Vragenlijst met twee versies; de MANSA-VN12 en de MANSA-VN16. Beide versies bevatten 12 subjectieve items waarmee tevredenheid wordt gemeten met het leven in het algemeen, het wel of geen werk hebben, financiën, het aantal en de kwaliteit van...
Vragenlijst met in totaal 46 vragen die met ‘ja' of ‘nee' moeten worden beantwoord. Een voorbeeldvraag is: ‘Vind je vrij lezen in de klas een beetje saai?'. De Leesattitudeschaal bestaat uit drie onderdelen: ‘Lezen in de klas' (14 items), ‘Lezen...
Schooltoets voor het vaststellen van het niveau van de Friese leesvaardigheid van leerlingen eind groep 8. De items bestaan uit meerkeuzeopgaven met vier antwoordmogelijkheden die betrekking hebben op teksten. Hierbij zijn verschillende...
Vragenlijst bestaande uit vijf algemene vragen (datum operatie, gewicht, lengte, co-morbiditeiten en complicaties) en zes items die betrekking hebben op een van de volgende domeinen:1. Zelfbeeld2. Lichamelijke/fysieke activiteit.3. Sociale...
Schaal bestaande uit 4 vragen die betrekking hebben op het behandelcontact:- Relatie/Contact: Ik voel me (niet) gehoord, begrepen en gerespecteerd.- Doelen en Onderwerpen: We hebben (niet) gewerkt aan of gepraat over de dingen waaraan ik wilde...
Methode bestaande uit zeven plaatjes met acht bijbehorende vragen. Elke vraag vertegenwoordigt een sociaal-cognitieve vaardigheid. De verhalen gaan over een sociale situatie waarin een kind geconfronteerd wordt met een probleem. Er zijn tevens...
Vragenlijst gebaseerd op de Patient Request Form van Lazare e.a., 1972, met 61 items. De cliënt beantwoordt de wensen of hulpvragen op een driepuntsschaal van ‘helemaal niet' tot ‘dit is precies wat ik wil'. De HVL omvat zes schalen: 1....
Vragenlijst met 68 items die 12 schalen omvatten, verdeeld over vier dimensies:1. Lichamelijk: Mobiliteit, Zelfredzaamheid en Pijn;2. Psychologisch: Somberheid, Opgewektheid en Angst;3. Sociaal welbevinden: Aantal buurtgenoten, Aantal goede...
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.
Deze methode bestaat uit twee gedeelten. Het eerste deel omvat het genereren van (meest 20 of meer) waardengebieden aan de hand van een standaard set vragen. Intensieve interactie is vereist tussen testleider en cliënt. In het tweede gedeelte...