Vragenlijst met twee versies; de MANSA-VN12 en de MANSA-VN16. Beide versies bevatten 12 subjectieve items waarmee tevredenheid wordt gemeten met het leven in het algemeen, het wel of geen werk hebben, financiën, het aantal en de kwaliteit van...
Schooltoets voor het vaststellen van het niveau van de Friese leesvaardigheid van leerlingen eind groep 8. De items bestaan uit meerkeuzeopgaven met vier antwoordmogelijkheden die betrekking hebben op teksten. Hierbij zijn verschillende...
Vragenlijst bestaande uit vijf algemene vragen (datum operatie, gewicht, lengte, co-morbiditeiten en complicaties) en zes items die betrekking hebben op een van de volgende domeinen:1. Zelfbeeld2. Lichamelijke/fysieke activiteit.3. Sociale...
Methode bestaande uit zeven plaatjes met acht bijbehorende vragen. Elke vraag vertegenwoordigt een sociaal-cognitieve vaardigheid. De verhalen gaan over een sociale situatie waarin een kind geconfronteerd wordt met een probleem. Er zijn tevens...
De BOB is geconstrueerd door samenvoeging van subtests uit de Test Basisschool I en II, TBS, 1979. De acht subtests omvatten drie factoren: Verbale aanleg, Rekenkundige aanleg en Algemeen logisch inzicht en meten ook het werktempo. De...
Een vragenlijst met 31 items die op zespuntsschalen beantwoord moeten worden, van ‘zeer mee eens' tot ‘zeer mee oneens'.Vijf subschalen: Behoefte aan structuur (8 items), Behoefte aan voorspelbaarheid (6 items), Besluitvaardigheid (7 items),...
Observatieschaal met 47 items die door de leerkracht wordt ingevuld na een observatieperiode van een maand. Op een vijfpuntsschaal (van altijd tot nooit) en een zevenpuntsschaal (van zeker tot helemaal niet) wordt observeerbaar gedrag...
Vragenlijst met 68 items die 12 schalen omvatten, verdeeld over vier dimensies:1. Lichamelijk: Mobiliteit, Zelfredzaamheid en Pijn;2. Psychologisch: Somberheid, Opgewektheid en Angst;3. Sociaal welbevinden: Aantal buurtgenoten, Aantal goede...
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.
Deze methode bestaat uit twee gedeelten. Het eerste deel omvat het genereren van (meest 20 of meer) waardengebieden aan de hand van een standaard set vragen. Intensieve interactie is vereist tussen testleider en cliënt. In het tweede gedeelte...