De toetsen Technisch Lezen zijn onderdeel van een leerlingvolgsysteem en meten de technische leesvaardigheid van leerlingen uit groep 6 tot en met groep 8. De toets voor deze groepen bestaat uit één schaal, te weten Leestempo. Na de instructie...
Schooltoets voor het vaststellen van het niveau van de Friese leesvaardigheid van leerlingen eind groep 8. De items bestaan uit meerkeuzeopgaven met vier antwoordmogelijkheden die betrekking hebben op teksten. Hierbij zijn verschillende...
Toets bestaande uit twee delen, de Doorstreepleestoets 1 (DLT1) en de Doorstreepleestoets 2 (DLT2). De DLT1 bestaat uit eenlettergrepige woorden en is geschikt voor leerlingen uit alle groepen. De DLT2 bestaat uit tweelettergrepige woorden en is...
Schooltoets bestaand uit 60 in moeilijkheidgraad oplopende items. De opgenomen rekencategorieën zijn: optellen en aftrekken met hele getallen, decimalen en breuken; vermenigvuldigen; delen; simultane/complexe bewerkingen; meten, tijd en geld;...
Drie leeskaarten, elk met specifieke woordtypen, die achtereenvolgens één minuut hardop moeten worden gelezen. Er zijn van elke kaart drie parallelversies. Tevens twee diagnostische toetsen: een grafementoets en een toets voor auditieve...
Schooltoets bestaand uit 60 in moeilijkheidgraad oplopende items. De toets wordt afgenomen in december. De opgenomen rekencategorieën zijn: optellen en aftrekken met hele getallen, decimalen en breuken; vermenigvuldigen; delen;...
De toets bestaat uit 40 opdrachten voorafgegaan door een oefenitem. Het receptieve deel heeft 30 opdrachten waarbij het kind een plaatje moet aanwijzen en omvat Lichaamsdelen, Houdingen, Bewegingen, Positie in de ruimte en Richting en afstand in...
Testbatterij van vier zelfstandige tests: Zinsontwikkeling (40 items), Woordontwikkeling (62 items), Auditief geheugen (15 items) en de Lexilijst (309 woorden en tien zinnetjes), waarbij de ouders invullen welke woorden het kind kent. Met los...
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.
Deze methode bestaat uit twee gedeelten. Het eerste deel omvat het genereren van (meest 20 of meer) waardengebieden aan de hand van een standaard set vragen. Intensieve interactie is vereist tussen testleider en cliënt. In het tweede gedeelte...