Schooltoets voor het vaststellen van het niveau van de Friese leesvaardigheid van leerlingen eind groep 8. De items bestaan uit meerkeuzeopgaven met vier antwoordmogelijkheden die betrekking hebben op teksten. Hierbij zijn verschillende...
Test voor het meten van intellectuele capaciteiten en vaardigheden bestaande uit een Taaltest en acht subtests. Bij de keuze van de subtests is uitgegaan van een representatie van een breed spectrum van intelligentiefactoren, zoals verbaal,...
Schooltoets bestaand uit 60 in moeilijkheidgraad oplopende items. De opgenomen rekencategorieën zijn: optellen en aftrekken met hele getallen, decimalen en breuken; vermenigvuldigen; delen; simultane/complexe bewerkingen; meten, tijd en geld;...
Handelingsgerichte diagnostische test met 20 items met een oplopende moeilijkheidsgraad. De items hebben meer onderdelen en bestaan uit verhaaltjes, vragen en opdrachten. De reacties van het kind worden letterlijk genoteerd.De test meet de drie...
Schooltoets bestaand uit 60 in moeilijkheidgraad oplopende items. De toets wordt afgenomen in december. De opgenomen rekencategorieën zijn: optellen en aftrekken met hele getallen, decimalen en breuken; vermenigvuldigen; delen;...
De observatieschaal ZAS heeft zes subschalen (totaal 40 items) waarin de geboden zorg op zes gebieden moet worden aangegeven (‘patiënt voert taak zelfstandig uit' tot ‘wordt geheel door begeleiderovergenomen') en 1 subschaal waarin de...
Vragenlijst met 136 items verdeeld over 12 subschalen die elk een specifiek gebied van dagelijkse activiteiten omvatten:1. Slapen/rusten, (7 items), 2. Emotioneel gedrag (9 items), 3. Lichaamsverzorging en beweging (23 items), 4. Huishouden en...
Vragenlijst met 68 items verdeeld over zes subschalen die aspecten van het dagelijks functioneren bestrijken. De uitspraken betreffen concreet gedrag en gedragsveranderingen. Men kruist aan welke items vanwege de gezondheidstoestand van...
De test bestaat uit vier formulieren met elk 100 items. Elk formulier heeft 20 bijbehorende oefenitems. De items bestaan uit een kader met een blokje of pijltje. Men moet de stimulus-locatie of de pijlrichting aangeven in een kader met vier...
Gedurende een zeer korte tijd (1/4 sec.) wordt op een projectiescherm een diabeeld aangeboden. Men moet vaststellen welke objecten zijn waargenomen. Op het antwoordformulier moet men een kruisje zetten bij ieder waargenomen object. Zes objecten...