Vragenlijst met 36 stellingen, die verdeeld zijn over twee subdimensies, die elk weer bestaan uit twee specifieke dimensies. De subdimensie ‘Interpersoonlijke vaardigheden' (VPV-Inter) bestaat uit de specifieke dimensies ‘Relationele...
Vragenlijst met 40 vragen, waarmee sociaal-emotionele vaardigheden worden gemeten. Het construct wordt onderverdeeld in drie meer specifieke vaardigheden, namelijk emotionele vaardigheden, sociale vaardigheden en vaardigheden ten aanzien van het...
Test voor taalproductie bestaand uit vijf onderdelen:- Test voor Woordontwikkeling (WO) met 70 items: meet de ontwikkeling van de actieve woordenschat door het ontlokken van woorden met behulp van afbeeldingen.- Test voor Zinsontwikkeling (ZO)...
Observatieschaal bestaande uit 263 woorden en 11 zinnen gericht op de taalontwikkeling van het jonge kind. Ouders krijgen één tot twee weken de tijd om de lijst thuis in te vullen en te observeren welke woorden en zinnen hun kind actief en...
De toets bestaat uit 45 opdrachten voorafgegaan door een oefenitem. Het receptieve deel heeft 35 opdrachten waarbij het kind een plaatje moet aanwijzen en omvat Passieve Woordenschat, Definitievaardigheid (raadsels) en Kritisch luisteren. Het...
Taal voor Kleuters bestaat uit twee schooltoetsen: een platenboek voor de jongste kleuters met 48 opdrachten en een platenboek voor de oudste kleuters met 56 opdrachten. Bij elke opdracht moet het goede plaatje worden aangestreept. Beide...
Deze toets maakt deel uit van het DLE Leerlingvolgsysteem en vervangt de Tempo Test Rekenen, (De Vos, 1992). Hij bestaat uit 200 in moeilijkheidsgraad oplopende sommen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen tot 100. Hierbij zijn...
Test met 13 subtests met oplopende moeilijkheidsgraad. Zeven subtests doen een beroep op simultane, zes subtests op sequentiële verwerking van stimuli:Simultane Schaal: MS, Magische schijf (15 items); GH, Gezichtsherkenning (15 items); GW,...
De test bestaat uit vier formulieren met elk 100 items. Elk formulier heeft 20 bijbehorende oefenitems. De items bestaan uit een kader met een blokje of pijltje. Men moet de stimulus-locatie of de pijlrichting aangeven in een kader met vier...
Op basis van statistische en inhoudsanalyses werden de meest representatieve items uit de DVK geselecteerd. De formulering van de items kreeg een algemeen karakter. Ook bij deze vragenlijst moeten de resulterende negen items met ‘waar' of ‘niet...