Vragenlijst met 48 vragen (12 items per subschaal). Het instrument heeft de volgende vier subschalen:Eenzaamheid in de relatie met de ouders (EO).Eenzaamheid in de relaties met leeftijdsgenoten (EL).Aversie tegenover alleen zijn (AN).Affiniteit...
Leervorderingentoets die meet wat een leerling in leerjaar één van het voortgezet onderwijs heeft geleerd in vergelijking met andere leerlingen op het gebied van de volgende kernvaardigheden: Nederlands leesvaardigheid, Nederlands woordenschat,...
Vragenlijst met 42 vragen die zijn opgedeeld in 3 factoren, te weten Time management (TM; 7 items, bijv. ‘Ik heb genoeg vrije tijd’), Coping (CO; 19 items, bijv. ‘Ik heb zelfvertrouwen’) en Gezondheid (GEZ; 16 items, bijv. ‘Ik voel me fit’). De...
Deze toets maakt deel uit van het DLE Leerlingvolgsysteem en vervangt de Tempo Test Rekenen, (De Vos, 1992). Hij bestaat uit 200 in moeilijkheidsgraad oplopende sommen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen tot 100. Hierbij zijn...
Test met 13 subtests met oplopende moeilijkheidsgraad. Zeven subtests doen een beroep op simultane, zes subtests op sequentiële verwerking van stimuli:Simultane Schaal: MS, Magische schijf (15 items); GH, Gezichtsherkenning (15 items); GW,...
Vragenlijst met 44 items die drie schalen omvatten: Cohesie met 23 items, Adaptatie met 13 items en Sociale wenselijkheid met 8 items. Elke dimensie bestaat uit vier niveaus van gezinsfunctioneren, van (zeer) laag tot (zeer) hoog. Elk gezinslid...
Deze test omvat 14 subtests: Woordenschat, Ruimtelijk inzicht, Waarneming en Figuren sorteren (cognitieve ontwikkeling), Rekenvaardigheid en Diktee (schoolvorderingen), Woordbetekenis, Woordherkenning, Letterwoordvorming, Klank-woordvorming,...
Deze test omvat 17 subtests: Figuren sorteren, Waarneming, Woordbetekenis, Gedraaide figuren, Getal- en Letterreeksen (cognitieve ontwikkeling), Sommen I en II en Diktee (schoolvorderingen), Cijfers naschrijven I en II, Stippen verbinden,...
De schaal omvat vier subschalen met elk 12 items: EO, eenzaamheid in de relatie met ouders; EL, eenzaamheid in de relatie met leeftijdgenoten; AN, aversie tegen of negatief beleefd alleen-zijn; AP, affiniteit voor of positief beleefd...