Instrument bestaande uit 46 tot en met 54 items, gericht op 37 harde en zachte persoons- en situatiekenmerken van werklozen. Twaalf harde kenmerken worden overgenomen uit de administratie van UWV. Andere harde en zachte kenmerken worden...
Vragenlijst die deel uitmaakt van de set vragenlijsten Gezin & Opvoeding (VG&O). Dit zijn vier vragenlijsten die verschillende aspecten van de opvoedingsomgeving in beeld brengen. De vragenlijsten kunnen ook los van elkaar worden...
Toets met een afnamemoment in het midden en het einde van het schooljaar. Naast de midden- en eindtoets is er per leerjaar ook een tussentoets beschikbaar. De tussentoets ligt qua niveau tussen de twee toetsen in. Bij een minder snelle...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
De test bestaat uit zes onderdelen: Spontane taalproduktie (een semi-gestandaardiseerd gesprek met beoordeling op zes neurolinguïstische niveaus), de Tokentest (beoordeling van juiste en onjuiste reacties) en de vier linguïstische subtests...
NTR-technisch: schooltoets bestaand uit acht bladen met in moeilijkheidsgraad opklimmende reeksen sommen, die onafhankelijk zijn van een bepaalde rekenmethode. Totaal 270 sommen in 54 blokjes van vijf sommen die qua bewerking bij elkaar...
Batterij van 17 onderdelen betreffende de cognitieve domeinen waarneming, geheugen, gedragsplanning en aandacht, communicatieve en basisvaardigheden. De eerste sessie behelst het logopedisch gedeelte met meting van gehoor, taalimpressie,...
Interactieve p.c. test met 18 opgaven. De kandidaat krijgt op een beeldscherm vijf deelprocessen van een fictief produktieproces schematisch aangeboden. Bij elk deelproces (met ieder een bepaald regelprobleem) moet hij met behulp van het...
Screeningsinstrument bestaand uit drie subtests, 1. Visueel geheugen, vijf objecten moeten worden onthouden en aangewezen op platen met vier alternatieven; 2. Oriëntatie voor tijd en plaats; 3. Fluency, zoveel mogelijk dieren, resp. beroepen...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.