Vragenlijst die deel uitmaakt van de set vragenlijsten Gezin & Opvoeding (VG&O). Dit zijn vier vragenlijsten die verschillende aspecten van de opvoedingsomgeving in beeld brengen. De vragenlijsten kunnen ook los van elkaar worden...
Vragenlijst met zeventig items gericht op verschillende aspecten van communicatie, waarbij vooral aandacht is voor pragmatiek. Onder pragmatiek wordt verstaan: de keuze van de gepaste boodschap of de interpretatie in relatie tot de...
Vragenlijst (60 items) die vijf subschalen/domeinen omvat: N, Neuroticisme, E, Extraversie, O, Openheid, A, Altruïsme en C, Consciëntieusheid.Respondent moet op vijfpuntsschalen van ‘helemaal oneens' tot ‘helemaal eens' aangeven in hoeverre de...
Vragenlijst van 100 items die vijf onafhankelijke factoren oplevert:Extraversie, Mildheid, Ordelijkheid, Emotionele stabiliteit, Autonomie.De items, korte concreet-gedragsmatige uitdrukkingen in de derde persoon enkelvoud, worden beantwoord op...
Observatieschaal met 28 items die drie subschalen omvatten: Apathie (9 items), Cognitie (9 items) en Affect (10 items) met vier antwoordcategorieën. De schaal wordt ingevuld door twee ziekenverzorgers/verpleegkundigen die de patiënt dagelijks...
Batterij van 17 onderdelen betreffende de cognitieve domeinen waarneming, geheugen, gedragsplanning en aandacht, communicatieve en basisvaardigheden. De eerste sessie behelst het logopedisch gedeelte met meting van gehoor, taalimpressie,...
De vragenlijst bevat 13 schalen, te verdelen in 8 stressoren (overbelasting, rolonduidelijkheid enz.), 3 psychische strains (gebrek aan arbeidssatisfactie enz.), 3 gezondheidsstrains (gezondheidsklachten enz.), 2 modererende variabelen en enkele...
De vragenlijst bestaat uit 84 items in vragende vorm die beantwoord moeten worden op een vijfpuntsschaal. De lijst omvat:a) stressoren: 16 concepten zoals rolambiguïteit, overbelasting door hoeveelheid werk, participatie, etc.,b) strains: 7...
De test bestaat uit 187 vragen met drie antwoordmogelijkheden en omvat 16 persoonlijkheidsfactoren.
De test bestaat uit 30 plaatjes waarop voorwerpen getekend zijn die in stukken zijn geknipt. Men moet zeggen wat er voor een voorwerp is getekend, wanneer de stukken één geheel zouden vormen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op...