Leervorderingentoets die meet wat een leerling in leerjaar één van het voortgezet onderwijs heeft geleerd in vergelijking met andere leerlingen op het gebied van de volgende kernvaardigheden: Nederlands leesvaardigheid, Nederlands woordenschat,...
Vragenlijst met zeventig items gericht op verschillende aspecten van communicatie, waarbij vooral aandacht is voor pragmatiek. Onder pragmatiek wordt verstaan: de keuze van de gepaste boodschap of de interpretatie in relatie tot de...
Drie leerdoelgerichte schooltoetsen die aspecten van begrijpend lezen meten: op woordniveau de Begrippentest (35 items, afname nov.-jan.) en de Woordenschattest (35 items, afname oktober en april) en op zins- en tekstniveau de Begrijpend...
Drie leerdoelgerichte schooltoetsen (niet gebonden aan bepaalde lees- of taalmethode) die aspecten van begrijpend lezen meten: op woordniveau de Begrippentest (36 items, afname sept. t/m nov.) en de Woordenschattest (36 items afname april en...
Twee leerdoelgerichte schooltoetsen (niet gebonden aan bepaalde lees- of taalmethode) die aspecten van begrijpend lezen meten: de Begrijpend Leestest meet op woord-, zins- en tekstniveau (30 items, afname oktober en april groep 6) en de...
Autonomieschaal (deel uitmakend van een uitgebreide vragenlijst, voor een deel gebaseerd op andere, buitenlandse vragenlijsten) met 10 items. Cliënt antwoordt op vijfpuntsschalen (van ‘erg weinig' tot ‘erg veel') of het werk gelegenheid biedt...
De test bestaat uit een blad met 33 regels van elk 24 figuren met 3, 4 of 5 stippen. De 4-stip figuren zijn voor 50% vierkant en voor 50% ruitvormig. Men moet zo snel mogelijk, ononderbroken, alle 4-stip figuren doorstrepen. Er zijn twee oefenregels.
Test gebaseerd op het intelligentiemodel van Thurstone, bestaande uit 13 verbale en haptische subtests: 1. Waarnemen van figuren (30 items), 2. Geheugenspan (12 items), 3. Figuren analogieën (30 items), 4. Namen leren (11-14 items), 5....
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...