Cognitieve capaciteiten test die verbale, numerieke en ruimtelijke subtests bevat en uit items bestaat die gebaseerd zijn op in Nederland gangbare intelligentietests. Voor elk van de jaargroepen zijn er vijf subtests met gelijke inhoud maar...
Toets bestaande uit 11 toetskaarten met verschillende moeilijkheidsniveaus (AVI-niveaus). Op elke kaart staat een tekst die door de leerling hardop wordt voorgelezen. Voor elk moeilijkheidsniveau zijn er twee parallelle toetskaarten (A en B)...
Toets bestaande uit leeskaarten waarop woorden staan die hardop moeten worden voorgelezen. Er zijn drie moeilijkheidniveaus en voor elk niveau zijn er drie parallelle kaarten voor herhaalde afname. Op de leeskaarten van het eerste niveau staan...
Methode voor het toetsen van productieve pragmatische vaardigheden. Er worden 31 pragmatische vaardigheden onderzocht die onderverdeeld zijn in de categorieën Communicatieve Functies (CF, 24 items), Conversatievaardigheden (CV, 18 items) en...
Schooltoets mettwee vormen. De leerling moet gedurende anderhalve minuut hardop zoveel mogelijk woorden lezen.Toets 90A met 140 woorden met een opklimmende moeilijkheidsgraad, is geschikt voor groep 3 t/m 8. Toets 90B, ook met 140 woorden, loopt...
Test met verbale, numerieke en ruimtelijke subtests en items die gebaseerd zijn op in Nederland gangbare intelligentietests. Voor elk van de drie jaargroepen 4, 6 en 8 zijn er vijf subtests met gelijke inhoud maar opklimmende moeilijkheidsgraad:...
De schooltoets bestaat uit 200 woorden met een hoge bekendheidswaarde. Het testformulier heeft aan de voorzijde 100 in moeilijkheidsgraad oplopende klankzuivere woorden en aan de achterzijde 100 woorden waarbij geanticipeerd moet worden op...
De BNT heeft 12 subtests met max. 30 items (behalve S&N) en is samengesteld uit schoolse, intellectuele en praktische taken. De test bestaat uit de meer verbale subtests Woorden, Lezen, Zinnen en Overeenkomsten, de meer exacte subtests...
De test bestaat uit 30 plaatjes waarop voorwerpen getekend zijn die in stukken zijn geknipt. Men moet zeggen wat er voor een voorwerp is getekend, wanneer de stukken één geheel zouden vormen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op...
Observatieschaal met 35 gedragsaspecten die door medewerkers van de verpleging of verzorging op een driepuntsschaal worden gescoord. De subschalen zijn 1. Hulpbehoevendheid, 2. Agressiviteit, 3a. Lichamelijke invaliditeit, 3b. Depressief gedrag,...