De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.
Test met negen kaarten met getekende figuren of configuraties. De eerste kaart dient ter introductie. Opdracht: de gegeven figuren natekenen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op hersenorganiciteit.
De test bestaat uit drie subtests van de GIT: Cijferen, Legkaart en Woordmatrijs. Elke subtest heeft drie oefenitems, alle items worden aangeboden.
Vragenlijst met 76 items uit diverse fobieënclusters. Op een vijfpuntsschaal van ‘helemaal niet' tot ‘heel veel' kan men bij elke bewering aangeven hoe angstig men op het ogenblik daarvoor is. Er is een voorbeelditem. De vragenlijst omvat vijf...