Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Test bestaande uit de volgende 8 subtests:- Grootste stip aanstrepen (240 items): streep de grootste van 2 stippen aan;- Grootste getal aanstrepen - 1 cijfer (120 items): streep het grootste van 2 eencijferige getallen aan;- Grootste getal...
De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.
Vragenlijst met 89 items die gedragingen of belevingen in bepaalde situaties aangeven, waarvan cliënt op een vijfpuntsschaal moet aangeven in hoeverre deze op hem van toepassing zijn. Negen items zijn overgenomen uit de Inventarisatielijst...
Schaal met 24 beweringen zoals ‘meer dan de gemiddelde persoon probeer ik erkenning te krijgen in groepen waartoe ik behoor'. Op vijfpuntsschalen geeft men aan in welke mate elke uitspraak van toepassing is. Een korte schriftelijke instructie...