De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.
Vragenlijst met 89 items die gedragingen of belevingen in bepaalde situaties aangeven, waarvan cliënt op een vijfpuntsschaal moet aangeven in hoeverre deze op hem van toepassing zijn. Negen items zijn overgenomen uit de Inventarisatielijst...
Het begeleidingsinstrument bestaat uit 105 items, waarvan er ongeveer 25 per kind worden gescoord. Er worden gedragingen gemeten die aansluiten bij het alledaagse gedragspatroon van kinderen. Sommige items kunnen op mededeling van de ouders of...