Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Zelfbeoordelingsinstrument, dat bestaat uit drie sets van 11 (dezelfde) schalen om effectief gedrag, behoeften en stressgedrag te beschrijven:- Empathy preference (Empathy)- Activity preference (Activity)- Thought preference (Thought)-...
Vragenlijst met 20 items (positieve en negatieve aspecten van gezondheid) die op drie-, vijf- of zes-puntsschalen beantwoord moeten worden. Mondelinge afname met antwoordkaartjes verdient de voorkeur. Enkele items betreffen een bepaalde...
De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.