Test met negen subtests: synoniemen, getallenreeksen, verbale analogieën, figuuranalogieën, tekens invullen, woorden invullen, figuur uitslagen, categorieën, figuur intekenen.
De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.
Evaluatieschaal met 72 beweringen die door de leerlingen beantwoord moeten worden met ja, nee of dat weet ik niet. De beweringen worden door de proefleider voorgelezen. Er zijn negen schalen met elk acht items: Concentratie in de klas, Omgaan...
Toestel dat in niet-systematische volgorde visuele en acoustische prikkels geeft waarop specifieke reacties worden verlangd.
Vragenlijst met 20 items waarbij de leerling op een vierpuntsschaal (‘bijna nooit' tot ‘bijna altijd') moet aangeven hoe hij zich in het algemeen voelt n.a.v. examens/toetsen. Naast de totaalscore examenangst, worden twee subscores verkregen...