De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.
Observatieschaal met 39 items die door de leerkracht worden gescoord op een vierpuntsschaal van ‘helemaal niet' tot ‘heel vaak'. De items betreffen gedrag in de klas, participatie in de groep en houding tegenover autoriteit en omvatten vijf...
Vragenlijst met 36 items die met ‘juist', ‘?' of ‘onjuist' beantwoord moeten worden. De subschalen zijn Stemming (19 items), Motivatie (13) en Somatische klachten (4).
Vragenlijst met 76 items uit diverse fobieënclusters. Op een vijfpuntsschaal van ‘helemaal niet' tot ‘heel veel' kan men bij elke bewering aangeven hoe angstig men op het ogenblik daarvoor is. Er is een voorbeelditem. De vragenlijst omvat vijf...