Gedragsobservatielijst bestaande uit vier schalen: ‘taakgerichtheid’ (12 items), ‘sociabiliteit’ (10 items), ‘zelfwaardering’ (7 items) en ‘egocentrisme’ (6 items). Bij elk item moet worden aangegeven in welke mate de beschreven eigenschap voor...
Zien! is een leerlingvolg- en expertsysteem op het gebied van sociaal emotioneel functioneren. Het instrument is een leerlingvragenlijst die bestaat uit 22 stellingen, waarbij twee categorieën worden onderscheiden:Ruimtenemend gedrag: gedrag...
Zien! is een leerlingvolg- en expertsysteem op het gebied van sociaal emotioneel functioneren. Het instrument is een leerlingvragenlijst die bestaat uit 32 stellingen, waarmee twee graadmeters en aantal categorieën in kaart wordt...
Leerkrachtvragenlijst bestaande uit 32 items, waarbij drie dimensies (subschalen) worden onderscheiden:- Sociaal gedrag (9 items): gedrag waarin kinderen hun sociale vaardigheid tot uitdrukking brengen,- Welbevinden (15 items): gedragsuitingen...
Zien! is een leerlingvolg- en expertsysteem op het gebied van sociaal emotioneel functioneren. Het instrument bestaat uit 28 stellingen behorend bij zeven categorieën, vijf op het gebied van sociaal functioneren en twee op het gebied van...
Observatieschaal met een Receptieve Schaal en een Expressieve Schaal, bestaand uit 11 tweezijdig getekende kaarten en een set speelgoedmateriaal. Dit laatste wordt geadviseerd maar is niet noodzakelijk.In het receptieve gedeelte, dat eerst wordt...
Twee methode-onafhankelijke schooltoetsen die onderdeel zijn van het Cito Leerlingvolgsysteem. De toets Informatieverwerking (kaartlezen, hanteren van naslagmateriaal, lezen van tabellen en grafieken) heeft per leerjaar één taak van 40 opgaven....
De toets heeft 25 zowel open als gesloten opgaven. In de eerste fase krijgt elke cursist dezelfde 12 opgaven (moeilijkheidsgraad niveau 2). Afhankelijk van het resultaat krijgt de cursist in de tweede fase 13 opgaven met een lagere (niveau 1...
De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.
Test met 45 opgaven waarbij uit zes figuren twee figuren moeten worden gekozen, die beantwoorden aan een bepaald principe, dat men dient te ontdekken in vier eerder gegeven figuren. Er is ook een adaptieve computerversie. Zie Tellegen e.a. 1999.