Studiekeuze systeem bestaande uit zes onderdelen: ‘Persoonlijkheid’, ‘Motivatie’, ‘Bezigheden’, ‘Studiehouding’, ‘Interesses’ en ‘Capaciteiten’. Het onderdeel ‘Persoonlijkheid’ bestaat uit vijf schalen: ‘Emotionaliteit’, ‘Extraversie’,...
Vragenlijst met 48 vragen (12 items per subschaal). Het instrument heeft de volgende vier subschalen:Eenzaamheid in de relatie met de ouders (EO).Eenzaamheid in de relaties met leeftijdsgenoten (EL).Aversie tegenover alleen zijn (AN).Affiniteit...
Vragenlijst met 42 items die vier subschalen omvatten: Aandachtstekort AT (9 items), Hyperactiviteit/impulsiviteit HA (9 items), Oppositional Defiant Disorder ODD (8 items) en Conduct Disorder CD (16 items). De ouders en/of leerkracht (die goed...
De schooltoets bestaat uit een boekje met 60 zinnen. In elke zin staat een vet gedrukt woord (geen werkwoorden) waarvan de leerling moet aangeven of het goed of fout is geschreven.De items variëren in moeilijkheidsgraad. De toets wordt afgenomen...
Schooltoets bestaand uit een boekje met 60 zinnen. In elke zin staat een vet gedrukt woord (geen werkwoorden) waarvan de leerling moet aangeven of het goed of fout is geschreven. De items variëren in moeilijkheidsgraad. De toets wordt afgenomen...
De vragenlijst bevat 42 items die vier subschalen omvatten: Aandachtstekort (9 items), Hyperactiviteit/impulsiviteit (9 items), Oppositional Defiant Disorder ODD (8 items) en Conduct Disorder CD (16 items). De ouders en/of leerkracht (die het...
Begeleidingsinstrument bestaand uit 18 vierkeuze-items waarbij cliënt de alternatieven moet rangordenen van ‘meest van toepassing' tot ‘minst van toepassing'. De alternatieven geven de voorkeuren weer voor vier verschillende typerende vormen van...
De test bestaat uit zes onderdelen: Spontane taalproduktie (een semi-gestandaardiseerd gesprek met beoordeling op zes neurolinguïstische niveaus), de Tokentest (beoordeling van juiste en onjuiste reacties) en de vier linguïstische subtests...
Test met negen kaarten met getekende figuren of configuraties. De eerste kaart dient ter introductie. Opdracht: de gegeven figuren natekenen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op hersenorganiciteit.
De schaal omvat vier subschalen met elk 12 items: EO, eenzaamheid in de relatie met ouders; EL, eenzaamheid in de relatie met leeftijdgenoten; AN, aversie tegen of negatief beleefd alleen-zijn; AP, affiniteit voor of positief beleefd...