De test bestaat uit zes onderdelen: Spontane taalproduktie (een semi-gestandaardiseerd gesprek met beoordeling op zes neurolinguïstische niveaus), de Tokentest (beoordeling van juiste en onjuiste reacties) en de vier linguïstische subtests...
De test bestaat uit drie subtests van de GIT: Cijferen, Legkaart en Woordmatrijs. Elke subtest heeft drie oefenitems, alle items worden aangeboden.
Boek met 38 platen. Iedere plaat bestaat uit cijfers in bepaalde kleurcombinaties, of uit tracé's in bepaalde kleurcombinaties (voor personen die geen cijfers kunnen lezen).
De vragenlijst bestaat uit 52 items met de volgende schalen: Welbevinden (W), Invaliditeitsbeleven (I), Ontstemming (O), Sociale geremdheid (S). Antwoordcategorieën: juist/?/onjuist.
Schooltoets met drie boekjes, voor het tweede, derde en vierde leerjaar elk één. Elk boekje bevat naast drie oefenvoorbeelden 32 in moeilijkheidsgraad opklimmende opdrachten. De opdrachten zijn niet aan een bepaalde methode gebonden.