Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Testbatterij bestaande uit negen subtests:1. Ruimteschepen (selectieve aandacht): het kind moet zoveel mogelijk doelen of paren van twee dezelfde ruimteschepen vinden op een blad met afleidende stimuli.2. Tel mee (volgehouden aandacht): het kind...
Testbatterij voor de screening van neuropsychologische functies op drie niveaus van cognitieve complexiteit. Deze drie niveaus komen overeen met het model van Alexander Luria over functionele eenheden in het brein (1966-1980). Samengevat...
De TRF is de door de leerkracht in te vullen versie van de CBCL. De TRF bestaat uit twee delen: 1. een deel over het (school)functioneren met 10 vragen betreffende schoolgedrag en prestaties e.d. die op twee- tot zevenpuntsschalen beantwoord...
Vragenlijst met 37 items: 34 met a priori stressvol geachte gebeurtenissen en 3 met a priori positieve gebeurtenissen. De primaire opvoeder (ouder/verzorger) vult zelfstandig de VMG in en geeft aan of en wanneer de gebeurtenis is voor gekomen en...
Twee schalen: Vropsom-M en Vropsom-O. Elke lijst bestaat uit 22 woorden die een dysfoor gevoel uitdrukken en 12 woorden die een eufoor gevoel betreffen. Men moet die woorden aankruisen die aangeven hoe men zich meestal voelt. De VROPSOM-lijsten...