Zinaanvultest bestaande uit 15 items plus één suïcidaliteititem.De cliënt wordt gevraagd de zinnen in eigen woorden aan te vullen en daarbij te proberen onder woorden te brengen wat hij/zij de afgelopen week gevoeld heeft.Het instrument is een...
Vragenlijst met 63 items in de vorm van korte omschrijvingen van bezigheden. De antwoordmogelijkheden zijn ‘past wel bij mij' of ‘past niet bij mij'. Er wordt onderscheid gemaakt naar acht interessegebieden/schalen:1) Muziek en ritme (7 items):...
Vragenlijst bestaande uit 27 items, waarbij elk item bestaat uit drie zinnen. De opdracht is om de zin te kiezen die het best beschrijft hoe het kind/de adolescent de afgelopen twee weken heeft gedacht gevoeld en/of zich heeft gevoeld....
Test bestaande uit 240 groepjes van 2, 3 of 4 piepjes, auditief aangeboden op de computer. Opdracht voor de cliënt is om bij het herkennen van een groep van drie piepjes te reageren door op de spatiebalk te drukken. De tijd tussen de...
PC-testprogramma dat afhankelijk van het niveau van de kandidaat en de functie- en bedrijfseisen wordt samengesteld.Er worden algemene en functiegerelateerde vaardigheden gemeten zoals taal-, lees- en rekenvaardigheid, snelheid en accuratesse,...
PC-testprogramma dat afhankelijk van het niveau van de kandidaat en de functie- en bedrijfseisen wordt samengesteld, bestaande uit persoonlijkheidsvragenlijsten en een voorkeurslijst.Er zijn twee vragenlijsten met betrekking tot persoonlijkheid:...
Vragenlijst met 36 items die acht subschalen omvatten:Fysiek functioneren (10 items), Sociaal functioneren (2 items), Rolbeperkingen door fysiek probleem (4 items), Rolbeperkingen door emotioneel probleem (3 items), Mentale gezondheid (5 items),...
Vragenlijst met 36 items die acht subschalen omvatten:Fysiek functioneren (10 items), Sociaal functioneren (2 items), Rolbeperkingen door fysiek probleem (4 items), Rolbeperkingen door emotioneel probleem (3 items), Mentale gezondheid (5...
De test bestaat uit vier formulieren met elk 100 items. Elk formulier heeft 20 bijbehorende oefenitems. De items bestaan uit een kader met een blokje of pijltje. Men moet de stimulus-locatie of de pijlrichting aangeven in een kader met vier...
Schaal met 27 beweringen waarop de leerling. met ‘veel', ‘soms' of ‘weinig' moet aangeven in hoeverre de uitspraken op hem van toepassing zijn. De items betreffen studietijd, huiswerk, proefwerken, leergewoonten etc.In combinatie met scores op...