Schaal met 32 items betreffende storend gedrag. Invulling door de groepsleiding c.q. de leerkracht. Vijf frequentieniveaus. De SGZ heeft drie subschalen: A, Agressief storend gedrag (8 items), V, Verbaal storend gedrag (5 items) en G, Gemengd...
Deze schaal is een uitbreiding naar boven van de SRZ en bevat 63 items, verdeeld over drie subschalen: Zelfredzaamheid I (15 items), Zelfredzaamheid II (15 items) en Verbaal-Numeriek (17 items) en 16 restitems (R).De SRZ-P dient ingevuld te...
Observatieschaal met 123 gedragsbeschrijvingen (in groepjes van vier tot tien) die wordt ingevuld door onderwijsgevenden. De items zijn verdeeld over 19 situaties die ingedeeld zijn in vijf hoofdcategorieën: Interactie met onderwijzer(es),...
De test bestaat uit drie subtests van de GIT: Cijferen, Legkaart en Woordmatrijs. Elke subtest heeft drie oefenitems, alle items worden aangeboden.
De vragenlijst (gebaseerd op de theorie van Minuchin) t.b.v. gezinstherapie bevat 73 items met zes antwoordalternatieven. Er wordt gevraagd naar de beleving van de gezinsinteractie. De drie schalen Conflict, Cohesie en Desorganisatie zijn elk op...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.
Batterij bestaande uit tien taaltests die betrekking hebben op fonologische, morfologische, syntactische en semantische aspecten van de grammatica. Voor elk van deze gebieden is een receptieve (luister)test en een productietest ontwikkeld. De...
De ISI-Reeks bestaat uit a) een schoolvorderingentest met vijf subtests: Zuiver schrijven I, Rekenen I, Stillezen A en B, Rekenen II en Zuiver schrijven II; b) een intelligentietest met zes subtests: Synoniemen, Geknipte figuren,...
De observatieschaal bestaat uit 120 zevenpuntsschalen waarop de beoordelaar steeds een gedragsaspect van de jeugdige moet scoren. De schalen vormen samen 10 min of meer geïntercorreleerde gedragspatronen (gebaseerd op voorlopige patronen van...
De vragenlijst bestaat uit 89 vragen met meervoudige antwoordvorm. De jongere kiest het antwoord dat op hem/haar het meest van toepassing is. Er zijn vier subschalen: P (34 items), F- (14 items), F+ (18 items) en SW (23 items).