De niet-verbale test omvat zeven subtests: Categorieën, Analogieën en Situaties (meerkeuzetests) en Stripverhalen, Mozaïeken, Patronen en Zoekplaten (handelingstests). Patronen en Zoekplaten zijn nieuwe subtests, de overige zijn gebaseerd op de...
Vragenlijst van 107 items, die met ‘waar' of ‘niet waar' beantwoord worden, verdeeld over 10 subschalen. Tevens 14 inventariserende items betreffende probleemgedrag dat aan depressie verwant is. De subschalen zijn: Depressieve ontstemming...
Testserie bestaande uit 39 kleurendia's met afbeeldingen van voorwerpen, tekstfragmenten, betekenisvolle platen e.d., die voor het dagelijks leven belangrijk geachte vaardigheden meten zoals taalgebruik, taalbegrip, geheugen, visuele perceptie...
Test met 22 subtests die deel uitmaken van de gebieden Psychomotoriek, Intelligentie, Taal en Spraak en Voorbereidend Lezen en Rekenen. De proefleider maakt observaties tijdens de afname en laat het kind hardop vertellen hoe het tot een...
De test omvat vijf reeksen (A, B, C, D, en E) van 60 opgaven in totaal, die elk bestaan uit één of meer figuren. De opgaven zijn gebaseerd op verschillende figuratieve principes in de systematische samenhang der delen of figuren. Elke reeks...
Batterij van bestaande en nieuw ontworpen instrumenten: Semantische Differentiaal (30 schalen van 6 gradaties); ABV; Thrill-lijst (voorkeur voor ‘thrill'-verwekkende activiteiten); Beroepenlijst (discrepanties tussen verwachtingsscore en...
De test bestaat uit tien subtests: Woordenlijst, Legkaart, Vaaropdracht, Sorteren, Figuur ontdekken, Cijferen, Draaikaart, Woordmatrijs, Woordopnoemen I en II. Voor de verkorte vorm zie het fiche van de Handleiding 1983.
Observatieschaal bestaand uit 60 items die 17 gedragspatronen omvatten, zoals afleidbaarheid, emotioneel isolement, gebrekkige coördinatie en lichaamstonus. De items worden gescoord op een vijfpuntsschaal (gedeeltelijk achtpunts) van ‘nooit' tot...
De test omvat elf subtests waarvan zes verbaal (Algemene ontwikkeling, Gezond verstand, Cijfers nazeggen, Rekenen, Overeenkomsten en Woordenlijst) en vijf niet-verbaal (Plaatjes rangschikken, Plaatjes aanvullen, Blokpatronen, Legkaarten en...
De methode bestaat uit tien platen waarop deels achromatische, deels chromatische symmetrische vlekken staan. De platen vormen het stimulusmateriaal. Cliënt moet zeggen wat de vlekken kunnen voorstellen. De scoring en interpretatie verschilt...