Niet-verbale test met 90 items die bestaat uit zes subtests met elk 13 tot 17 in moeilijkheidsgraad oplopende items. Er zijn drie redeneersubtests: ‘Categorieën’, ‘Analogieën’ en ‘Situaties’ (de ‘Redeneerschaal’) en drie meer ruimtelijke...
De test bestaat uit zes onderdelen: Spontane taalproduktie (een semi-gestandaardiseerd gesprek met beoordeling op zes neurolinguïstische niveaus), de Tokentest (beoordeling van juiste en onjuiste reacties) en de vier linguïstische subtests...
De vragenlijst bestaat uit 89 vragen met meervoudige antwoordvorm. De jongere kiest het antwoord dat op hem/haar het meest van toepassing is. Er zijn vier subschalen: P (34 items), F- (14 items), F+ (18 items) en SW (23 items).