De test bestaat uit een blad met 33 regels van elk 24 figuren met 3, 4 of 5 stippen. De 4-stip figuren zijn voor 50% vierkant en voor 50% ruitvormig. Men moet zo snel mogelijk, ononderbroken, alle 4-stip figuren doorstrepen. Er zijn twee oefenregels.
Test met negen subtests: synoniemen, getallenreeksen, verbale analogieën, figuuranalogieën, tekens invullen, woorden invullen, figuur uitslagen, categorieën, figuur intekenen.
Omnibustest opgebouwd uit tien typen opgaven met vierkeuze antwoordmogelijkheden. Er zijn totaal 45 items, 15 non-verbale en 30 verbale opgaven. Twee voorbeelditems.De test kan gebruikt worden om een globale indruk te verkrijgen van de mentale...
Inhoud, vorm, materiaal en opdracht van de test: zevenpunts-items bestaande uit polaire adjectiva met begrippen.