Deze niet-verbale test bestaat uit zes subtests met elk ca. 15 in moeilijkheidsgraad oplopende items. Er zijn drie redeneersubtests: Categorieën, Analogieën en Situaties en drie performale meer ruimtelijke subtests: Mozaïeken, Puzzels en...
Twee paralleltoetsen, vorm A en B. Elke toets bestaat uit 135 woorden die zijn verdeeld in negen genummerde blokken van 15 woorden. In elk blok komt een aantal nieuwe spellingcategorieën voor. De nummers van de blokken corresponderen met de...
De test bestaat uit drie subtests van de GIT: Cijferen, Legkaart en Woordmatrijs. Elke subtest heeft drie oefenitems, alle items worden aangeboden.