De test bestaat uit drie subtests van de GIT: Cijferen, Legkaart en Woordmatrijs. Elke subtest heeft drie oefenitems, alle items worden aangeboden.
Test bestaande uit zes taken, waarbij elke taak uit twintig opgaven bestaat:- Synoniemen: de leerling moet bij het woord van de opgave een woord met dezelfde betekenis kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden.- Tegenstellingen: de leerling moet bij...
De evaluatieschaal bestaat uit twee gedeelten. Het eerste deel met 24 items vraagt naar gedachten en gevoelens (taakspecifieke cognities en emoties) van leerlingen voorafgaand aan een taak, het tweede deel met 14 items vraagt naar de gedachten...