Schaal met 21 vierkeuze-items waarbij cliënt moet aangeven welke uitspraak per item het beste weergeeft hoe hij zich de afgelopen week met vandaag erbij, heeft gevoeld. De items hebben o.a. betrekking op observeerbaar depressief gedrag,...
Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Observatieschaal waarmee het dagelijks doen en laten van de leerlingen en de manier waarop ze met elkaar en met de leerkracht omgaan, wordt beschreven (normaal gedrag).Er zijn twee parallelle vormen (A en B) met elk 52 bipolaire items b.v.:...