Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
De test bestaat uit drie aparte subtests: Verbale Analogieën (40 opgaven) waarbij identieke relaties tussen twee woordparen gevonden moeten worden; Woordenschat (64 opgaven) in vijfkeuzevorm en Functies van Woorden (40 opgaven), bestaande uit...
Vragenlijst bestaande uit 43 items, onderverdeeld in vier domeinen van ongewenst gedrag:- Ongewenst gedrag ten opzichte van school en schoolwerk (15 items).- Delinquent gedrag (11 items).- Onvriendelijk gedrag (8 items).- Teruggetrokken gedrag...