Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Vragenlijst met 20 items (positieve en negatieve aspecten van gezondheid) die op drie-, vijf- of zes-puntsschalen beantwoord moeten worden. Mondelinge afname met antwoordkaartjes verdient de voorkeur. Enkele items betreffen een bepaalde...
Test voor taalproductie bestaand uit vijf onderdelen:- Test voor Woordontwikkeling (WO) met 70 items: meet de ontwikkeling van de actieve woordenschat door het ontlokken van woorden met behulp van afbeeldingen.- Test voor Zinsontwikkeling (ZO)...