Test met negen subtests: synoniemen, getallenreeksen, verbale analogieën, figuuranalogieën, tekens invullen, woorden invullen, figuur uitslagen, categorieën, figuur intekenen.
Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
De TTL bestaat uit twee onderdelen: Zinnen en Woorden.Zinnen: schooltoets bestaand uit twee leeskaarten die niet aan een leesmethode gebonden zijn. Hoofdkaart A heeft een zakelijk/opsommend karakter en klimt op in moeilijkheidsgraad. De tekst...