Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Schaal bestaande uit 4 vragen die betrekking hebben op de afgelopen week:- Individueel: Hoe ging het met uzelf?- Interpersoonlijk: Hoe ging het in de contacten thuis, met mensen die dichtbij u staan?- Maatschappelijk: Hoe ging het met uw...
Evaluatieschaal met 77 items gebaseerd op het model van Leary (1957) voor interpersoonlijk gedrag. De uitspraken worden beantwoord op vijfpuntsschalen door de leerlingen (hoe zij de leerkracht zien) en door de leerkracht (hoe deze zichzelf...