De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.
Observatieschaal met 30 gedragsomschrijvingen die door ten minste twee verpleegkundigen en/of afdelingshoofden worden ingevuld op vijfpuntsschalen van ‘nooit' tot ‘altijd'. De schaal omvat zes factoren: Prikkelbaarheid, Sociale interesse,...
Begeleidingsinstrument met 19 items die drie schalen omvatten:Lage Werkdiscipline (7 items), Faalangst (9 items)en Desinteresse in de studie (3 items).Op vijfpuntsschalen van ‘zeer mee oneens' tot ‘zeer mee eens' wordt ingevuld in hoeverre de...