Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Vragenlijst met 16 items. De items betreffen klachten die voorkomen bij het hyperventilatiesyndroom. Op vijfpuntsschalen (van nooit tot zeer vaak) moet patiënt invullen in hoeverre de klachten op hem van toepassing zijn. De lijst kan gebruikt...
Gedurende een zeer korte tijd (1/4 sec.) wordt op een projectiescherm een diabeeld aangeboden. Men moet vaststellen welke objecten zijn waargenomen. Op het antwoordformulier moet men een kruisje zetten bij ieder waargenomen object. Zes objecten...