De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.
Observatieschaal bestaande uit 18 items: gedragsproblemen (gericht op anderen); gedragsproblemen gericht op zichzelf; overige mentale gedragsproblemen; aandacht en concentratie; geheugen en oriëntatie; communicatie (begripsproblemen);...
Op basis van statistische en inhoudsanalyses werden de meest representatieve items uit de DVK geselecteerd. De formulering van de items kreeg een algemeen karakter. Ook bij deze vragenlijst moeten de resulterende negen items met ‘waar' of ‘niet...