De test bestaat uit drie subtests van de GIT: Cijferen, Legkaart en Woordmatrijs. Elke subtest heeft drie oefenitems, alle items worden aangeboden.
Begeleidingsinstrument met 20 vragen die op vijfpuntsschalen (van ‘nooit' tot ‘altijd') beantwoord moeten worden.De lijst kan worden afgenomen en geïnterpreteerd door studie-adviseurs en studentenpsy-chologen, maar ook door de student zelf.
Ruward 1: modificatie van de Ruward-Fleishman Battery, 1973.Ruward 3 is gelijk aan het Model Testprogramma (1979/1980) ontwikkeld i.o.v. het Ministerie van Sociale Zaken en Bureau Berenschot.Het Ruward-systeem bestaat uit een...