De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.
Observatieschaal met 30 gedragsomschrijvingen die op vijfpuntsschalen van ‘nooit' tot ‘altijd' worden ingevuld. De IPPO bestaat uit twee subschalen: 1. Sociale interesse en Gedrag en 2. Zelfkontrole en Normbesef. De totaalscore geeft het...
Vragenlijst met 35 items waarbij men bij elk item op een vijfpuntsschaal moet aangeven hoe gespannen of zenuwachtig men zich voelt (Spanningsschaal) en daarna separaat hoe vaak men het beschreven gedrag uitvoert (Frequentieschaal).De vijf...