De test bestaat uit een blad met 33 regels van elk 24 figuren met 3, 4 of 5 stippen. De 4-stip figuren zijn voor 50% vierkant en voor 50% ruitvormig. Men moet zo snel mogelijk, ononderbroken, alle 4-stip figuren doorstrepen. Er zijn twee oefenregels.
De toets bestaat uit een Verbaal/theoretisch gedeelte met de subtoetsen Woordenschat, Zinsbouw, Logisch redeneren met woorden, Soortbegrip en een Wiskundig praktisch gedeelte met de subtoetsen Ruimtelijk 2-dimensionaal, Ruimtelijk...
Test met negen subtests: synoniemen, getallenreeksen, verbale analogieën, figuuranalogieën, tekens invullen, woorden invullen, figuur uitslagen, categorieën, figuur intekenen.