De test bestaat uit een blad met 33 regels van elk 24 figuren met 3, 4 of 5 stippen. De 4-stip figuren zijn voor 50% vierkant en voor 50% ruitvormig. Men moet zo snel mogelijk, ononderbroken, alle 4-stip figuren doorstrepen. Er zijn twee oefenregels.
Test met negen subtests: synoniemen, getallenreeksen, verbale analogieën, figuuranalogieën, tekens invullen, woorden invullen, figuur uitslagen, categorieën, figuur intekenen.
Vragenlijst met 57 items, onderverdeeld in de subschalen PSYCH (17 items) en SOMAT (8 items) en de Totaalscore (57 items). Op een vierpuntsschaal van ‘helemaal niet' tot ‘heel erg' kan de cliënt beantwoorden in hoeverre hij/zij in de afgelopen...