De test bestaat uit een blad met 33 regels van elk 24 figuren met 3, 4 of 5 stippen. De 4-stip figuren zijn voor 50% vierkant en voor 50% ruitvormig. Men moet zo snel mogelijk, ononderbroken, alle 4-stip figuren doorstrepen. Er zijn twee oefenregels.
Test met negen subtests: synoniemen, getallenreeksen, verbale analogieën, figuuranalogieën, tekens invullen, woorden invullen, figuur uitslagen, categorieën, figuur intekenen.
De vragenlijst bestaat uit 47 items die 7 subschalen omvatten: A, Actief aanpakken, confronteren (7 items); P, Palliatieve reactie (8 items); V, Vermijden, afwachten (8 items); S, Sociale steun zoeken (6 items); PR, Passief reactiepatroon (7...