De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.
De observatieschaal bestaat uit 120 zevenpuntsschalen waarop de beoordelaar steeds een gedragsaspect van de jeugdige moet scoren. De schalen vormen samen 10 min of meer geïntercorreleerde gedragspatronen (gebaseerd op voorlopige patronen van...
Begeleidingsinstrument met 19 items die drie schalen omvatten:Lage Werkdiscipline (7 items), Faalangst (9 items)en Desinteresse in de studie (3 items).Op vijfpuntsschalen van ‘zeer mee oneens' tot ‘zeer mee eens' wordt ingevuld in hoeverre de...