Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
De schaal bestaat uit 30 series van drie uitspraken over dingen die mensen belangrijk vinden in hun leven. Van iedere triade moet de cliënt aangeven welke uitspraak voor hem het belangrijkste vertegenwoordigt en welke het minst belangrijke. De...
Schaal met 36 beweringen verdeeld over vier subschalen:V. verwerking van het gehandicapt zijn; HO. het als hinderlijk ervaren om van hulp afhankelijk te zijn; SO. sociale consequenties van het gehandicapt zijn; BO. bodem, emotionele geaardheid...