Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Vragenlijst met 133 items waarbij respondent op vijfpuntsschalen moet aangeven in welke mate de bewering van toepassing is, van ‘heel zelden’ tot ‘heel vaak’. Er zijn vijf onderdelen die samen 15 subschalen bevatten:Intrapersoonlijke aspecten:...
Vragenlijst met 41 items. Op zevenpuntsschalen moet worden ingevuld in hoeverre respondent het met de uitspraken eens is.Er zijn acht subtests die operationalisaties zijn van het A VICTORY model van Davis, 1973: factoren die invloed hebben op de...