Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Woordproductietest bestaande uit twee onderdelen. Opdracht voor de cliënt is om in één minuut zoveel mogelijk verschillende woorden uit een bepaalde semantische categorie op te noemen. Het eerste onderdeel bestaat uit het opnoemen van zoveel...
Vragenlijst met 18 items die betrekking hebben op Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (11 items) en Huishoudelijke Dagelijkse Levensverrichtingen (7 items) in de huidige situatie. Elk item heeft vier antwoordcategorieën: het ‘zelfstandig...