Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
De test bestaat uit een kaart met de complexe figuur, papier, potlood en scoringsformulier. Opdracht: het uit de vrije hand natekenen van de figuur. Wordt o.a. gebruikt voor screening op hersenorganiciteit.
De vragenlijst bestaat uit 36 items die uiteenlopende aspecten van de tandheelkundige behandeling beschrijven. Op vijfpuntsschalen wordt ingevuld in hoeverre de uitspraak van toepassing is. Er zijn drie subschalen te onderscheiden, 1. Sociale...