Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Begeleidingsinstrument met 120 items; op vijfpuntsschalen wordt aangegeven in hoeverre men zichzelf herkent in de uitspraken. Er zijn drie onderdelen: Studieactiviteiten (55 items), Studiemotivatie (25 items) en Studieopvattingen (40 items).De...
De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.