Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Test bestaande uit twee delen met elk 12 items, de subtest FoneemWeglating (FW) en FoneemVerwisseling (FV). De items van FW bestaan uit een woord dat het kind moet uitspreken waarbij een gedeelte van het woord weggelaten moet worden. De items...
Schaal met 24 beweringen zoals ‘meer dan de gemiddelde persoon probeer ik erkenning te krijgen in groepen waartoe ik behoor'. Op vijfpuntsschalen geeft men aan in welke mate elke uitspraak van toepassing is. Een korte schriftelijke instructie...