De evaluatieschaal bestaat uit zes kaarten met beschrijving en tekening van zes institutionele woonvoorzieningen: van klassiek paviljoen tot zelfstandig wonen. Patiënt moet deze kaarten naar voorkeur rangordenen. Deze volgorde wordt genoteerd...
De test bestaat uit twee subtests: rekenvaardigheid en cijferreeksen. De eerste bestaat uit 80 rekenopgaven, waarbij het juiste antwoord uit vier alternatieven gekozen moet worden. Cijferreeksen bestaat uit 26 opgaven waarbij uit vijf...
De vragenlijst bestaat uit 89 vragen met meervoudige antwoordvorm. De jongere kiest het antwoord dat op hem/haar het meest van toepassing is. Er zijn vier subschalen: P (34 items), F- (14 items), F+ (18 items) en SW (23 items).