Beoordelingsschaal met 12 items betreffende de aan- of afwezigheid van gemiddeld-normaal gedrag (contact leggen, actief taalgebruik) of ongewoon c.q. gestoord gedrag (stereotypie-en, automutilatie enz.).
De test bestaat uit drie subtests van de GIT: Cijferen, Legkaart en Woordmatrijs. Elke subtest heeft drie oefenitems, alle items worden aangeboden.
Batterij bestaande uit de tests Verbale Analogieën, Diagrammen, Letterrekenen en Cijferreeksen voor cursisten. Voor ervaren programmeurs wordt Cijferreeksen vervangen door Komponenten.